STAD
STAD, afkorting van Student Teams Achievement Division, is ontwikkeld door Robert Slavin (1987), directeur van het Centrum voor Onderzoek en Hervorming in het onderwijs aan de Johns Hopskins-universiteit (Alijanian, 2012).
Robert Slavin
De werkvorm STAD bestaat uit vier fases (Slavin, 1982).
- De allereerste fase is het lesgeven, ook wel gekend als instructiefase. De studenten komen in deze fase voor het eerst, en kort, in aanraking met het nieuwe onderwerp (Hasmyati & Suwardi, 2018). Dit door middel van een klasdiscussie, presentatie, poster(s)... (Alijanian, 2012). De leerkracht werkt docentgestuurd en leerstofgericht waarbij er ruimte is voor vragen van de studenten (Kriswintari, D., Yuanita, L., & Widodo, W., 2018; Schellens, 2019) .
- In de tweede fase, genaamd de teamstudie, werken de studenten in heterogene (of ongelijksoortige) groepen op basis van prestatie, interesse, geslacht en etniciteit. De studenten gaan binnen de groep aan de slag met het lesonderwerp dat in de instructiefase uitgelicht is (Alijanian, 2012; Slavin, 1982). Dit kan onder andere door gebruik te maken van werkbladen (Alijanian, 2012). Het doel is dat studenten elkaar ondersteunen om de nieuwe leerstof voldoende te beheersen en te begrijpen. Elke student moet het nieuwe onderwerp dus onder de knie hebben na deze fase (Alijanian, 2012; Slavin, 1982).
DENKVRAAG!
Binnen de gerefereerde bronnen omtrent STAD wordt onder heterogene groepen het volgende verstaan: groepen met een veelvoudige 'mix' aan prestatie, interesse, geslacht en etniciteit - zoals je hierboven kan lezen (Alijanian, 2012).
Wat versta jij omtrent het concept 'heterogene groepen'?
- De derde fase is het uitvoeren van een individuele test over het bestudeerde onderwerp (Hasmyati et al., 2018). De groepsleden mogen geen ondersteuning inroepen van andere groepsleden. Binnen de werkvorm STAD worden er quizzen gebruikt om deze test uit te voeren (Alijanian, 2012).
- In de laatste fase staat de erkenning van de score centraal. Voor de score van elke student wordt de prestatie op de individuele quiz van elke student vergeleken met eerdere prestaties van de student. Kortom, er ligt hier een sterke focus op de individuele vooruitgang van de student (Slavin, 1982). De punten van de studenten worden samengeteld en vormen zo de teamscore. Met andere woorden, het succes van de individuele vooruitgang bepaalt mee de groepsscore. Indien een groep hoger scoort dan een vooraf bepaald level, wordt een beloning uitgereikt. Op deze manier wordt er getracht om positieve competitie te stimuleren (Kriswintari, et al., 2018).
Toevoeging STAD
Binnen de STAD-methode gaat Slavin uit van drie centrale concepten.
- Allereerst de individuele verantwoordelijkheid van de student, wat ook een concept is binnen de vijf kenmerken Johnson & Johnson (1994; 1999). Dit komt vooral terug binnen fase 2 en 3 van STAD, maar ook in fase 4 waarin de individuele scores meetellen voor de gehele teamscore. Het individuele leren van elk groepslid bepaalt zo het succes van de gehele groep (Alijanian, 2012).
- Ten tweede de gelijke kansen op succes voor iedereen (Slavin, 1987). Dit is voornamelijk verwerkt in de teamstudie, aangezien het groepssucces enkel bereikt kan worden wanneer alle groepsleden de leerstof onder de knie hebben. Het leersucces is binnen STAD afhankelijk van de groep, daarom is het voor elke student gunstig om de andere groepsleden te helpen. Bovendien sluit de vierde fase van STAD aan bij dit concept. De score van de studenten is gebaseerd op de vooruitgang, wat maakt dat iedereen gelijke kansen op succes heeft (Alijanian, 2012).
- En tot slot, de groepsbeloning. Hiermee verwijst Slavin (1987) naar de beloning voor de groep (tijdens fase 4) die aan een groep worden gegeven wanneer de groep hoger scoort dan een vooraf bepaald criteria. De beloning kan van materiële aard of immateriële aard zijn.
Maak jouw eigen website met JouwWeb